Vermogens zijn een soort bundeling of kapstok om allerlei initiatieven aan te hangen om wat meer focus aan te brengen. Het stelt ons voor de vraag: wat zijn nu eigenlijk de kwaliteiten, functies en condities van onze ambtelijke organisatie die we nodig hebben om aan onze doelen te werken? Welke daarvan hebben we al en verdienen verbetering, en welke ontbreken nog? En hoe staat het met onze mogelijkheden om die vermogens tot wasdom en rendement te laten komen?
Holistischer en systemischer
Het denken in termen van vermogens helpt ons wat holistischer en systemischer te kijken. Ons op een hoger abstractieniveau af te vragen: waar moeten we beter in worden, wat hebben we nog meer of anders nodig om effectiever te worden in het realiseren van onze doelen? Waar moeten we in veranderen of vernieuwen? Of een transitie in ondergaan?
Stuctuur
Vervolgens bieden vermogens structuur om ons zo veel mogelijk uit een tunnelvisie te houden. Denk je in eerste instantie aan systemen, mooi, maar hoe zit het met de kwaliteiten van mensen? Denk je vooral in opleidingen, prima, maar zijn ook de processen ondersteunend? En denk je vanuit het perspectief van een team of afdeling, ook goed, maar wat is de invloed van andere teams of afdelingen of van het bovenliggende niveau op het functioneren daarvan? Het gaat dus verder en breder dan competentie en vaardigheden.
Richting
Tenslotte is het fijne van dit begrip dat er ook ruimte in zit. Ja, het geeft richting, maar nee, het timmert niet dicht. Er mag best overlap zitten tussen de onderscheiden vermogens. En door het narratieve karakter kun je er ook wat in zoeken. Lees je hier iets over onderzoekend vermogen, herken je veel, maar is het bij jouw departement net anders: prima, zoek dan door naar een begrip dat specifieker duidt wat in deze context het vraagstuk is of schrijf een wat ander narratief met andere accenten. Op en neer bewegend tussen initiatieven/projecten, vermogens en doelen, breng je lijn, niet alleen in de redenering, maar ook in de activiteiten.
We definiëren een vermogen als een combinatie van mensen, processen en systemen die een organisatie (of delen daarvan of een netwerk van organisaties) nodig heeft om bepaalde doelen te verwezenlijken. Elk van deze drie onderdelen heeft weer verschillende abstractieniveaus (individu, team, vak, organisatie, omgeving/context).
Via netwerkgroepen met professionals uit diverse (rijks)organisaties wordt aan diverse vermogens gewerkt, zoals: samenwerkend vermogen, onderzoekend vermogen, ethisch vermogen, creërend vermogen en reflecterend vermogen.
Samenwerkend vermogen is het vermogen om samen te werken aan een resultaat vanuit de optimale benutting van kwaliteiten, rollen en posities.
Bij samenwerkend vermogen is er sprake van het verbinden van mensen, beleid en middelen, vaardigheden en kennis. Het gaat dus veel verder dan afstemming.
Dit vermogen vraagt oog, begrip, zorg en verdieping in perspectieven en belangen van alle betrokkenen. Naast eerlijkheid, transparantie, empathie en compassie, gaat het om het vinden en vervlechten van gezamenlijke doelen, aangaan van partnerschap, hanteren van machtsverhoudingen, omgaan met sectorale en departementale mechanismen en omgaan met onzekerheid. Dit alles ook als er grote politieke en maatschappelijk belangen op het spel staan.
Dit betekent dat de mensen, systemen en processen in de ambtelijke organisaties, in staat moeten zijn om het resultaat in de gezamenlijke opgave centraal te houden en tegelijkertijd te (laten) reflecteren op het samenwerkingsproces.
Onderzoekend vermogen gaat over het vermogen om open, onbevangen, kritisch en creatief een proces te doorlopen. Het is het vermogen een vraagstuk vanuit verschillende perspectieven te beschouwen en al zoekende, verschillende bevindingen en inzichten met elkaar te identificeren. Bij onderzoekend vermogen kan je wederzijdse afhankelijkheid en ambiguïteit hanteren en ook dat je niet helemaal precies weet waar je op uit gaat komen.
Onderzoekend vermogen helpt de ambtenaar om niet simpelweg richtlijnen toe te passen, maar in staat te zijn om meerdere perspectieven naast elkaar te hanteren en in elk moment de best mogelijke keuze te maken. Het is het vermogen om op zoek te kunnen gaan naar meerdere situationele waarheden naast elkaar.
Dit betekent bijvoorbeeld: reflecteren op aannames, werkwijzen en gebeurtenissen; openstaan voor nieuwe inzichten en ideeën; een nieuwsgierige onderzoekende houding en voldoende tijd en ruimte. We kunnen daarmee ook onze eigen manier van kijken onder de loep nemen. Klopt het wat ik denk? Is er een andere manier van kijken? En is die wellicht betekenisvoller of beter?
Onderzoekend vermogen is voor de overheid belangrijk om (beleid)processen open te houden en om antwoord te geven op balansvragen: hoe zoeken we evenwicht, op welke manier verkennen we wat rechtvaardig is?
Ethisch vermogen is het vermogen aandacht te geven aan hogere idealen als richtsnoer voor de dagelijkse uitoefening van hele gewone, kleine dingen. Bij ethisch vermogen is er sprake van methodisch reflecteren op ethische vraagstukken en de moed om te handelen op basis van de uitkomsten daarvan.
Consequenties die verbonden zijn aan de keuzes die voorkomen uit zorgvuldige afweging, worden oprecht geaccepteerd en er wordt ook verantwoording voor genomen. Daarbij gaan we er vanuit dat ethiek gaat over het bestuderen van morele handelingspraktijken, die worden ingegeven door de waarden en normen die ons handelen beïnvloeden.
Het individuele ethische vermogen betekent intern kunnen reflecteren, interne overwegingen delen met collega’s en vandaaruit een moreel kompas ontwikkelen. En daarbij het onderscheid kunnen maken tussen rollen die (rijks)ambtenaren als professional en als mens/burger vervullen.
Het ethisch vermogen voor een team betekent het gezamenlijk kunnen reflecteren op de verschillende belangen, perspectieven en onderliggende waarden die spelen bij een vraagstuk. Hiervoor is het nodig te onderzoeken wie de stakeholders zijn en vanuit welke perspectieven, normen en waarden zij handelen. Dit met als doel tot moreel afgewogen handelingsperspectieven te komen. Dit vraagt een klimaat van veiligheid, openheid en respect.
Het ethisch vermogen voor organisaties betekent dat ethische reflectie een vast onderdeel is van de werkpraktijken, én het hebben van de juiste (infra)structuren om gekozen morele handelingsperspectieven te kunnen te effectueren. Ambtenaren worden bijvoorbeeld gestimuleerd hun ‘buikpijn’ te onderzoeken. Dit vraagt o.a. een klimaat waarin de randvoorwaarden beschikbaar zijn voor een open dialoog.
Een goed functionerende overheid heeft een sterke moraal nodig, een moreel kompas, dat ook houvast biedt aan individuele ambtenaren als zij zich beraden op de vraag wat goed is om te doen.
Creërend Vermogen gaat over het vermogen iets nieuws tot stand te brengen. Iets wat er eerst niet was, een product of halfproduct in een nieuwe vorm. Bij creërend vermogen is er sprake van (fysieke) realisatie, eigenaarschap, speelsheid, vastpakken, inspiratie, kunstzinnigheid, oorspronkelijkheid en creatieve spanning. De kern is dat er nog geen kant-en-klaar antwoord of product tot onze beschikking is en dat we zowel moeten leren van het verleden (welke patronen herkennen we?) als van de toekomst (hoe geven we vorm aan iets wat er nog niet is?). Kenmerkend is het ‘makende karakter’ ervan, het realiseren van een (fysiek) product waarin de gevonden inzichten kunnen worden neergeslagen en zodat je nieuw terrein kunt doorgronden.
Dit betekent bijvoorbeeld dat je in staat moet zijn de paradox van innovatie te doorbreken: de vreemde situatie dat iedereen enthousiast is over een idee en dat je desondanks niet kunt starten met de ontwikkeling ervan, door allerlei vraagtekens die er nog zijn. Ideeën ontstaan door ruimte voor experimenten te creëren, door dingen uit te proberen, door op elkaar te reageren, door simpelweg te starten en onderweg dingen te leren.
Creërend vermogen draagt bij aan de zin en betekenis voor degenen die erbij betrokken zijn en er is een sterke sociale dimensie aan verbonden. Het vraagt enige moed maar boort ook de vreugde aan van het (leren) samen maken. Het betekent kleur bekennen, strepen zetten en vertrouwen hebben in een goede uitkomst. Het is voor de overheid een cruciaal vermogen om tot oplossingen te komen voor vraagstukken die we nog amper kunnen overzien.
Reflecterend vermogen gaat over het vermogen stil te staan en te reflecteren op het eigen handelen als ambtenaar, als team en als ambtelijke organisatie.
Reflecteren gaat om re-flexion (terugbuigen), even achteromkijken om te zien wat er is gebeurd, wat je hebt ervaren of gehoord. Reflectieve vertraging is gebaat bij verstilling. We zijn vaak verleerd stil te zijn en met aandacht te luisteren, kijken en voelen. We zijn gewend aan praten en argumenteren.
Bij reflecterend vermogen is er sprake van de vaardigheid, de condities, de tools en de moed om regelmatig in rust te kunnen herbezinnen op dat waar je mee bezig bent. Of dat nog de goede dingen zijn. Om die inzichten bespreekbaar te maken, en af te kunnen zetten tegen wat je wilt bereiken. Om terug te kunnen gaan naar de bedoeling en daarop bij te kunnen sturen.
Reflecterend vermogen is belangrijk bij de overheid om steviger te kunnen staan en niet in een groef of in tunnelvisie terecht te komen als professional, (opgave)team of als ambtelijke organisatie.
Ben jij een leer- en ontwikkelprofessional en/of een inhoudelijke professional en heb je expertise op een van deze vermogens, of wil je deze ontwikkelen? Neem dan contact op via netwerk-academie@rijksoverheid.nl.