Boekpresentatie 'Het recht op ambtelijk vakmanschap'

Het Nationaal Archief in Den Haag was de plek die de Stichting Beroepseer en het A+O fonds Rijk hadden uitgekozen voor de boekpresentatie van de bundel: Het recht op ambtelijk vakmanschap.Het resultaat van een verkennend onderzoeksproject waar in vijf delen met 23 artikelen verschillende aspecten van ambtelijk vakmanschap worden behandeld, gevolgd door een laatste deel met conclusies en aanbevelingen. Secretaris-Generaal BZK Maarten Schurink nam het eerste exemplaar in ontvangst.

Werken volgens de bedoeling
Maarten Schurink gaf het volgende voorbeeld: “Als bestuursvoorzitter van de Sociale Verzekeringsbank vroeg ik wel eens aan een medewerker: ‘Wat is je werk’? Het antwoord was dan ‘Ik betaal AOW op tijd aan wie daar recht op heeft’. Mijn vervolgvraag was dan: ‘Maar wat is de bedoeling van je werk?’ En na doorvragen kwam je dan uiteindelijk op: ‘Het bieden van bestaanszekerheid.’ In ons werk voor de rijksoverheid moeten we werken volgens de bedoeling. Voor de maatschappij. En dat is veel ingewikkelder dan het werken voor een bedrijf.”

De rijksambtenaar als professionele professional
Redacteur Hans Wilmink doet de aftrap. Het dienen van de publieke zaak is een vak apart, en complex bovendien: de maatschappij moet gediend worden in lijn met wat de politiek daarover heeft besloten. De kaders van wetgeving en jurisprudentie moeten gevolgd worden, onder het kritisch oog van media en mondige burgers. Om dat goed te doen is ambtelijk vakmanschap een vereiste: de genoemde partijen burgers, volksvertegenwoordigers, bestuurders en ambtenaren hebben daar recht op.
Projectleider Maurits Hoenders schetst de context waarin het gesprek over dit onderwerp plaatsvindt. Achter ons ligt een periode waarin een ambtenaar teveel gezien werd als gewone werknemer en de burger vooral gezien werd als klant. Het new public management legde het accent op de overheid als bedrijf met de focus op productie en efficiëntie. Wat de gevolgen daarvan kunnen zijn liet het toeslagenschandaal ons zien. De conclusie van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag: ambtenaren dienen voortaan te handelen vanuit een collectief en individueel besef van waarden en normen in hun werk voor burgers en maatschappij. Dat vraagt om een hernieuwde aandacht voor het ambtelijk vakmanschap vanuit een bestuurscultuur die daar de ruimte voor maakt. Zodat de rijksambtenaar zich ontwikkelt tot een professionele professional.

Gespreksagenda ambtelijk vakmanschap
En dat brengt ons bij de centrale vraag van dit onderzoeksproject: Welke voorzieningen zijn er nodig om ambtelijk vakmanschap in de praktijk te ontwikkelen en beschermen? Het antwoord op deze vraag is niet eenduidig: het gaat hier om een combinatie van structurele, systemische zaken, zoals beschreven kaders en (gedrags-)regels maar vooral ook om ‘zachtere’ zaken zoals cultuur, leiderschap en gedrag. Voor een overzicht zie hieronder de aanbevelingen die in het boek gedaan worden. Een hele waslijst die dienst kan doen als gespreksagenda over dit onderwerp. Vries Kool (Werkgever Rijk en bestuurder A+O fonds Rijk) vat het in de Video over het project 'Het recht op ambtelijk vakmanschap' samen in drie zaken: het ontwikkelen van vakkennis en kennis van de context waarin het werk gedaan wordt (zoals de werking van de rechtsstaat, waarden en integriteit); voorbeelden van mensen die het goed doen, leren uit de praktijk; het onderlinge gesprek voeren op de werkvloer: Wat gaat goed, wat kan beter.

Ruimte maken voor het onderlinge gesprek
Om een impuls te geven aan het onderling gesprek over het ambtelijk vakmanschap is de programmadirectie Dialoog en Ethiek in het leven geroepen. Dat daar meer aandacht voor nodig is vindt ook een ruime meerderheid van de bezoekers van de boekpresentatie. Programmadirecteur Erik Pool (auteur van het boek Macht en Moed): “Als overheid moeten we vaker zien dat de essentie van waar we mee bezig zijn een moreel probleem betreft. Voor het oplossen daarvan is respect en aandacht voor die moraliteit nodig.” Dat morele besef moet, zoals ook Maarten Schurink benadrukt niet zo zeer op individueel gebaseerd zijn, maar op het onderling delen van inzichten. Een van de zaken die dat volgens redacteur Thijs Jansen zou kunnen bevorderen is een beroepscode voor rijksambtenaren. Erik Pool ziet dat als iets voor de langere termijn: “Een code gaat over codificeren wat men vindt, maar op dit moment vinden we nog niets, dat komt pas nadat al die gesprekken die wij op dit moment voeren en nog gaan voeren. Een ‘klikmoment’ met vastlegging in een code zie ik wel als een relevante stip op de horizon.”

Openheid, transparantie en tegenspraak
Aan het einde van de bijeenkomst klinkt er vanuit de zaal de zaal een hartenkreet om niet te instrumenteel naar ambtelijk vakmanschap te kijken maar de focus te leggen op het contact met de maatschappij, en de cultuurverandering naar een open en transparante overheid. Guido Enthoven en Caroline Raat hebben hierover in dit boek bijdragen geschreven. De actieve openbaarmaking van beleidsstukken in het kader van de Wet Open Overheid is daarin een belangrijke stap. Maar een betere informatiehuishouding is nodig. Caroline Raat: “Wat nodig is, is een open en eerlijke organisatiecultuur waarin tegenspraak mogelijk. Openheid over hoe we ons werk doen, ook over wat daar soms bij mis gaat.”

Werken voor de publieke zaak
Sandra Palmen kan daarbij dienen als inspirerend voorbeeld: zij was het die binnen de Belastingdienst de moed toonde om de problemen met de kinderopvangtoeslag bij haar management aan te kaarten. In een eindreflectie geeft zij haar visie op ambtelijk vakmanschap. “Ambtelijk vakmanschap zie ik als een recht ook voor de ambtenaar die daar de ruimte en veiligheid voor moet krijgen. Ik heb meegemaakt dat die ruimte er niet was. Je hebt geen klanten, maar bent er voor de maatschappij: dat is iets wezenlijk anders. Want als ambtenaar werk je voor Nederland.”

1.    Om ambtelijk vakmanschap duurzaam te ontwikkelen moeten ambtenaren zich als ‘professionele professional’ opstellen

2.    Introduceer een gemeenschappelijk referentiekader voor ambtelijk vakmanschap binnen de Rijksoverheid.
a) Er is een integraal integriteitssysteem voor ambtenaren nodig
b) Maak de Ambtenarenwet normatiever, toegankelijker en aansprekender
c) Stel een ambtelijke code in
d) Leg in de code ten miste de vier ambtelijke kernwaarden vast: onafhankelijkheid/onpartijdigheid, rechtvaardigheid, responsiviteit en verantwoordingsbereidheid
e) Pas de ambtseed aan in samenhang met de code
f) Geef beroepsverenigingen van ambtenaren een belangrijke rol  bij het vormen en bewaken van de beroepsidentiteit
g) Introduceer tuchtrecht voor ambtenaren: niet om te straffen maar om te leren

3.      Creëer veilige ambtelijke organisaties

4.      Introduceer een gemeenschappelijke opleiding waarin elke rijksambtenaar – actief in beleid, uitvoering en toezicht- wordt getraind in ambtelijk vakmanschap

5.      Transparantie is een plicht. Maak van actieve openbaarmaking de norm en doorbreek de cultuur van afschermen en verdedigen

6.      Geef de uitvoering het recht om in het openbaar het kabinet en de Tweede Kamer te laten weten hoe de uitvoering van wetgeving verloopt en wat er nodig is voor ambtelijk vakmanschap

7.      Beleid uitvoering en toezicht richten zich samen op structureel leren en verbeteren

8.      De algemene beginselen van behoorlijk bestuur moeten boven in de gereedschapskist van rijksambtenaren komen te liggen

Interesse in het boek?
Het recht op ambtelijk vakmanschap kost € 25,00 en is te bestellen in de webshop van Stichting Beroepseer of via de bekende boekhandels.
Bestellen Het recht op ambtelijk vakmanschap

Daarnaast is er een e-book beschikbaar.
Deze kunt u hieronder gratis downloaden. E-boek: Het recht op ambtelijk vakmanschap