Waardenvol werken in de praktijk: SG's in gesprek met de praktijk over de Ontwikkelagenda deel 5, SG LNV

Wij geloven dat natuur en boeren heel goed samen kunnen gaan

LNV staat als sleutelpartij in het stikstofdossier volop in de publieke en politieke belangstelling. En hoewel het niet lukte om met betrokken partijen een Landbouwakkoord te sluiten wil het departement volledige openheid bieden door alle dossierstukken uit het gevolgde proces actief openbaar te maken. In deze vijfde aflevering het gesprek met Jan-Kees Goet en Robert Runia van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV)

Beeld: ©Rijksoverheid / Rijksoverheid
SG LNV Jan-Kees Goet

Jan-Kees: “Werken aan de Ontwikkelagenda is niet een kwestie van dit lijstje werken we af en op een bepaald moment ben je klaar en kun je een vinkje zetten. Met organisatieontwikkeling ben je voortdurend bezig en elk departement geeft daar zijn eigen invulling aan.” Bij de organisatieontwikkeling bij LNV staan drie thema’s centraal. “Allereerst de koers: wat is ons verhaal, wat bindt ons? Zo’n verhaal is niet vanzelfsprekend omdat onze focus zowel op landbouw als op natuur ligt: hoe zorgen we ervoor dat die twee bij elkaar komen? Het tweede thema is procesregie, -een beetje ambtenarentaal- maar richt zich op de vraag hoe doen we ons werk in de praktijk? Als derde thema mens en cultuur: hoe besteden we voldoende aandacht aan de mensen die bij ons werken en hoe organiseren we dat? Deze drie thema’s bieden mogelijkheid voor koppeling met praktisch alle onderwerpen uit de Ontwikkelagenda.” Wat heeft die Ontwikkelagenda voor jou persoonlijk betekend? “Ik ben mij meer gaan beseffen dat je onderdeel uitmaakt van een groter systeem en dat je veel winst kunt behalen door naar de breedte van de Rijksoverheid te kijken en vanuit die breedte je werk te doen. Als je kijkt naar de grote opgaves dan is er geen opgave waar maar één departement bij betrokken is. Je kunt je eigen werk veel krachtiger maken door verbinding met anderen te zoeken.”

Terugwinnen van vertrouwen

Robert, jij bent als adviseur openbaarheid bezig met actieve openbaarmaking, onderdeel van de werkagenda Politiek-ambtelijke verhoudingen (zie kader) – hoe raakt dat aan deze drie thema’s? “Openbaarheid raakt aan alle facetten van ons werk. We hebben het vaak over het terugwinnen van vertrouwen vanuit de maatschappij. Openheid en transparantie en ambtelijk vakmanschap zijn daarvoor cruciaal. We willen informatievoorziening al aan de voorkant verbeteren. Hoe mooi zou het zijn als mensen in de toekomst niet meer hoeven te vragen om informatie, maar als dat al online voor ze klaargezet is. Het landbouwakkoord is een mooi voorbeeld. Hoewel de handtekeningen er niet zijn gekomen, is wel veel werk opgeleverd: al die stukken hebben we op landbouwakkoord.nl openbaar gemaakt. Dat moeten we in de toekomst veel meer gaan doen, om de maatschappij beter mee te nemen in het beleidsproces. Het vraagt binnen de organisatie wel om het overwinnen van koudwatervrees: die mailtjes van mij aan mijn collega openbaar maken- doet dat de discussie goed? We zien dat als het eenmaal zover is, mensen de toegevoegde waarde wel zien om dat zo te doen. En de reacties vanuit de buitenwereld zijn bijzonder goed.

Beeld: ©Rijksoverheis
Robert Runia LNV

Ambtelijk vakmanschap uitgedaagd

Over naar het stikstofdossier, één van de belangrijkste dossiers van dit moment voor LNV. Hoe worden in dit dossier de drie thema’s van organisatieontwikkeling zichtbaar? Jan-Kees: “Kijkend naar openheid dan staan stikstof, de transitie van het landelijk gebied en dierenwelzijn in de top drie van dossiers waar we verzoeken krijgen op basis van de Wet Open Overheid (WOO). Er is een interdepartementaal DG-overleg, de verslagen van dat overleg maken we nu actief openbaar. De komende tijd gaan de provincies hun gebiedsplannen maken, die plannen worden beoordeeld. Dat proces staat natuurlijk in het middelpunt van de belangstelling en kan veel WOO-verzoeken opleveren. Ik ben er voorstander van om alle stukken hierover actief openbaar te maken. Dan geef je de samenleving de gelegenheid om in dat ingewikkelde proces mee te kijken. Een tweede zaak die in dit dossier sterk speelt is het vertrouwen in de overheid van de burger. Is er vertrouwen in ons vakmanschap? Alles wat in dit dossier nagestreefd wordt, wordt ter discussie gesteld en schuurt aan de politieke dynamiek. Boeren, burgers en bedrijven worden direct geraakt door de maatregelen die voorgesteld worden. Hebben daar hun ideeën over en stellen soms ook de vraag: ‘Is er eigenlijk wel een probleem?’. Ik heb medewerkers die nu zulke gesprekken voeren met boeren die piekbelaster zijn. Van de minister adviseren tot het voeren van deze keukentafelgesprekken: dat vraagt heel veel van ons vakmanschap. Maar ook opgavegericht werken, het beleidskompas- dit dossier heeft raakvlakken met alle thema’s uit de Ontwikkelagenda.”

Beeld: ©Rijksoverheid / Gerrit Serne
Hollands landschap

Pijnlijke beslissingen

Hoe liep de samenwerking op de opgave in dit dossier? “Wat bleek is dat voor zo’n complexe vraag eigenlijk niet één oplossing is te bedenken die, zeker niet met behulp van geitenpaadjes en juridische constructies, iedereen gelukkig maakt. Daar zijn de belangen en maatschappelijke doelen te uiteenlopend voor. Zonder pijnlijke beslissingen is er geen oplossing mogelijk. Voor Rijkswaterstaat was dat het besluit om geen nieuwe wegen meer te bouwen en in plaats daarvan meer te gaan investeren in onderhoud en beheer. Bij de transitie van landbouw horen ook opkopen en krimp – daar zitten veel negatieve kanten aan. Ik was gewend in mijn ambtelijke carrière dat een probleem zo gek nog niet is of je vindt er wel een bevredigende oplossing voor. Zo simpel is dat hier niet, en zijn draconische maatregelen onvermijdelijk.

Experiment met nieuwe openheid
Robert was vanuit het programma ‘transparantie in informatie’ betrokken bij een proef om journalisten op een ongefilterde wijze inzage te geven in documenten. “Het idee is ontstaan vanuit een haakje in de nieuwe Wet Open Overheid. Daar zit een artikel 5.7 waarin staat dat journalisten en onderzoekers gewoon toegang kunnen krijgen tot documenten. Dat hebben we voor een omvangrijk dossier gedaan. De journalist gaf aan nog zoekende te zijn naar een verhaal. We hebben alle documenten bij elkaar geveegd, die op een laptop gezet en de verzoeker uitgenodigd langs te komen om te komen grasduinen in die documenten. Voor de stukken die hem interessant leken werd door ons (volgens de WOO-procedure) besluit genomen op die stukken. Die aanpak is goed bevallen, als alternatief op de traditionele verzoeken waar vaak een massa aan documenten lukraak wordt opgevraagd. We willen nu een dialoogtafel organiseren met journalisten om de ervaringen met dit soort uitgevoerde pilots met hen te bespreken.” Naast journalisten kunnen ook onderzoekers en belangenorganisaties interesse hebben in deze nieuwe aanpak. Jan Kees: “Ik vind het een prima initiatief we werken op deze manier aan het bouwen van vertrouwen in de maatschappij. En als ik kijk naar de WOO-verzoeken: we moeten leren het rijtje ‘wat niet kan’ zo kort mogelijk te maken. We zitten toch nog te veel in de kramp.”

Oog voor de samenleving
Wat is concluderend voor LNV de focus voor de verdere ontwikkeling van de organisatie? Jan-Kees: “Ik zou het mooi vinden wanneer we als departement uitblinken in het oog hebben voor wat de samenleving van ons nodig heeft. Wij worden vaak geassocieerd met de boeren, maar het gaat ook over natuurbeheerders en al die andere organisaties, bedrijven en belanghebbenden met wie wij werken. Zodat zij gaan ervaren dat wij er voor hen zijn. Om dat te bereiken is nog wel een lange weg te gaan. Maar wij geloven dat natuur en boeren heel goed samen kunnen gaan. We moeten dat ook meer uitdragen, laten zien wat we doen en wat ten goede komt aan de maatschappij. Openheid en transparantie zijn heel belangrijk om dat te bereiken. Robert: “Ja het verhaal van LNV vertellen en dat koppelen aan de verhalen van buiten– dat willen we nog meer en vaker doen.” Jan-Kees: “Het is niet alleen zenden maar ook luisteren en ontvangen om het goede voor de maatschappij te kunnen doen.” 

Werkagenda Politiek-ambtelijke verhoudingen

Om te laten zien hoe er overal binnen de Rijksoverheid gewerkt wordt aan de Ontwikkelagenda Rijksdienst maken we een gespreksronde langs de departementen. In elk interview staat een van de zes werkagenda’s uit de Ontwikkelagenda centraal. Met aan tafel de secretaris-generaal en een betrokkene uit de praktijk.

De Werkagenda Politiek-ambtelijke verhoudingen richt zich op een goede interactie tussen ambtenaren, bewindspersonen en politiek. Deze drie partijen hebben elk een andere rol en een andere taak. Het is belangrijk dat zij oog voor en inzicht hebben in elkaars bijdrage. En dat dit samenspel ontspannen verloopt.

Onderwerpen binnen deze agenda:

  • Dialoog politiek-ambtelijke verhoudingen
  • Verbetering van het samenspel politiek, beleid en uitvoering (Programma Werk aan Uitvoering)
  • Open Overheid (programma Open Overheid)
Beeld: ©Rijksoverheid