Ontwikkelen van handelingsbekwaamheid op opgaven

Op 11 april 2025 verzorgden Lutz Mischke en Wina Smeenk een themabijeenkomst van de Kenniskring OGW Rijk over hoe handelingsverlegenheid ontstaat bij complexe maatschappelijke opgaven en hoe handelingsbekwaamheid ontwikkeld kan worden – niet alleen bij individuen, maar vooral ook binnen organisaties en (eco)systemen.

Vergroot afbeelding
Beeld: ©Grenzeloos Samenwerken / Grenzeloos Samenwerken
Afbeelding: sfeerimpressie van de bijeenkomst op 11 april 2025

Handelingsverlegenheid

De sessie start met een check-in waarin deelnemers verkennen wat hen belemmert in hun werk. Lutz Mischke (docent aan de Hogeschool Utrecht en actieonderzoeker) vraagt hen stil te staan bij hun eigen handelingsverlegenheid: gaat het om inhoudelijke vakkennis of speelt er iets anders?    

Vergroot afbeelding
Beeld: ©Grenzeloos Samenwerken / Grenzeloos Samenwerken
Afbeelding: oorzaken van handelingsverlegenheid (Veltman, Van Keulen en Voogt, 2019)

Volgens Lutz komt handelingsverlegenheid bij opgaven meestal niet voort uit een gebrek aan vakbekwaamheid. Het probleem ontstaat wanneer professionals te maken krijgen met zogeheten ‘wicked problems’: complexe, onvoorspelbare situaties met tegenstrijdige perspectieven en belangen. Dit stelt bijzondere eisen aan iemands kunde: doe ik mijn werk goed genoeg? Het roept ethische twijfels op: doe ik met mijn werk het goede? En het doet een beroep op iemands betrokkenheid en energie: doet het werk mij (en anderen) goed?  

Lutz doet onderzoek naar de vak- en handelingsbekwaamheid van professionals en naar wat het verschil is tussen professionals die vastlopen en 'virtuozen' die ondanks alles effectief blijven. Aan de hand van een praktijkcasus in de Haarlemmermeer, waar hij nu ongeveer een jaar als onderzoeker bij betrokken is, deelt hij enkele resultaten van zijn onderzoek.

Casus Haarlemmermeer

Het betreft een project gericht op verbetering van de leefbaarheid van een bepaalde woonwijk. De aandacht ligt met name op zwerfvuil en hangjongeren. In dit project werken de gemeente, de politie, een woningbouwcorporatie en een aantal maatschappelijke organisaties samen. Het probleem was dat iedere organisatie afzonderlijk de eigen functie goed vervulde, maar het gezamenlijk effect achterbleef. Meer middelen (mensen, geld) waren niet ter beschikking. Wat konden partijen in hun werkwijze veranderen om tóch resultaat te bereiken?  

De sleutel ligt in het activeren van bewoners en het aangaan van andersoortige verbindingen. Dit werd praktisch uitgevoerd door de Verbindingskamer: vrouwen gingen met bloemen langs de deuren en vroegen bewoners hoe het is om de wijk te wonen. Wat gaat goed, wat moet beter? Hun bevindingen worden teruggekoppeld naar het kernteam van het project, die met de concrete casuïstiek aan de slag gaat. Pas als een probleem daadwerkelijk is opgelost, laat de Verbindingskamer het los. Deze aanpak vergroot het vertrouwen, de betrokkenheid en de meldingsbereidheid van bewoners in de wijk.  

Oorzaken van handelingsverlegenheid

Deze casus laat verschillende oorzaken van handelingsverlegenheid bij professionals of organisaties zien. Zo lag de bevoegdheid om problemen op te lossen niet bij de partij die ‘m veroorzaakte of er last van had: de bewoners zelf. De formeel bevoegde partijen handelden vanuit hun functie – vaak pas als er meldingen kwamen – en niet vanuit eigenaarschap. Dat leidde tot traag of ineffectief handelen. Ook ‘zelf-referentialiteit’ speelde een rol: professionals en organisaties interpreteren een situatie vanuit hun eigen perspectief. Zo kan het kwijtschelden van huurschulden een grote rol spelen in het voorkomen of hanteerbaar maken van maatschappelijke problematiek. Maar wanneer je hier uitsluitend vanuit het perspectief van de woningcorporatie naar kijkt, blijft deze oplossing buiten beeld. Het botst immers met hun verdienmodel.       

Handelingsprincipes

De casus toont ook hoe je handelingsverlegenheid kunt overwinnen. Dat gebeurt door nieuwe verbindingen aan te gaan en het perspectief naar bewoners te verleggen. Zo kregen bestaande handelingsprincipes een nieuwe invulling. ‘Luisteren naar burgers’ werd ‘gehoor geven aan burgers’. Wat valt er immers te beluisteren als bewoners niet naar je toe komen, bijvoorbeeld uit schaamte? ‘Doen wat nodig is’ werd ‘anderen laten doen waar zij goed in zijn’ en ‘over de eigen functie- of organisatiegrenzen heen werken’ om samen effect te bereiken. ‘Samenwerken op basis van vertrouwen’ werd ‘vertrouwen verdienen’ door erkenning en vertrouwen te géven. En ‘ruimte geven’ werd ‘positie geven’ – burgers en partners zo positioneren dat zij effectief kunnen bijdragen.       

Ontwerpprincipes

Lutz sluit af met een aantal ontwerpprincipes om de werkzame verbindingen duurzaam te borgen. Allereerst: besef dat je altijd vanuit je eigen referentiekader handelt. In dit soort projecten werk je vaak samen met collega’s van andere organisaties of afdelingen, die jou nog niet kennen. Openheid over perspectieven helpt bij het duiden van gedrag en uitspraken. Werk met ‘boundary objects’: mensen of plekken die zich bevinden op de grens van organisaties en die partijen met elkaar kunnen verbinden. In de casus Haarlemmermeer zijn dit de dames van de Verbindingskamer. Maar het kan ook een buurthuis of moskee zijn. Ten slotte is het belangrijk om sterke verbindingen te creëren tussen partijen, zodat kennis, belangen en macht effectief gedeeld en benut kunnen worden.

Deze ontwerpprincipes vormen een opmaat naar het verhaal van Wina. Het Co-Design Canvas geeft namelijk handvatten om een ontwerp voor de aanpak van een opgave te maken, op zo’n manier dat de handelingsbekwaamheid van alle betrokken partijen op systeemniveau is geborgd. 

Co-Design Canvas

Wina Smeenk (lector Societal Impact Design bij InHolland) introduceert het Co-Design Canvas, dat ze samen met inwoners van een gemeente ontwikkelde in Limburg. In deze krimpregio verliep de samenwerking soms moeizaam. De vraag was: hoe kan dit beter? Wina werkte een jaar lang samen met de inwoners van de gemeente, haalde hun verhalen en bracht die samen in het Canvas. Het Canvas is een visuele tool, gebaseerd op deze praktijkervaringen en getoetst in wetenschappelijk onderzoek. Het helpt bij maatschappelijke vraagstukken met veel stakeholders om de samenwerking en leerprocessen te structureren en om samen handelingsbekwamer te worden.

Vergroot afbeelding
Beeld: ©Grenzeloos Samenwerken / Grenzeloos Samenwerken
Afbeelding: de opbouw van het Co-Design Canvas (Smeenk, 2023)

Wina heeft het Canvas, afgedrukt op een groot vloerkleed, meegenomen en midden in de ruimte op de grond gelegd. Ze nodigt de deelnemers uit er omheen te komen staan, zodat ze het kan toelichten, terwijl ze er letterlijk overheen loopt.  

Het Co-Design Canvas bestaat uit acht samenhangende variabelen:

  • Context en veranderdoel: wat is de aanleiding en het doel van de samenwerking? Voor welk gezamenlijk vraagstuk zoeken partijen oplossingsrichtingen?
  • Betrokkenen: welke personen van welke organisaties zijn betrokken? Wat is hun belang om samen te werken, hun professionele en ervaringskennis, hun macht om de opgave verder te brengen (of te frustreren)? En wie ontbreken er nog, die zouden kunnen helpen om het vraagstuk aan te pakken?
  • Impact en resultaten: welk effect willen we bereiken op de langere termijn, voor welke doelgroep of in welk gebied? En welke concrete resultaten worden daarbij nagestreefd op kortere termijn?
  • Omgeving en activiteiten: welke acties moeten ondernomen worden om die resultaten met de gewenste impact te kunnen realiseren? En waar: in welke sociale of fysieke setting (daar waar de doelgroep zich bevindt)?
  • Focus: wanneer de opgave groot en veelzijdig is, of het de strategie is om meerdere kleine initiatieven tezamen tot impact te brengen, kan het helpen om de opgave op te splitsen in sub-vraagstukken waar sub-teams mee aan de slag gaan.

De acht variabelen beïnvloeden elkaar en het maakt eigenlijk niet uit bij welke je begint of in welke volgorde je ze uitwerkt. Het Canvas helpt om de onderlinge verbanden zichtbaar te maken, zodat ontwerpkeuzes transparant en in samenhang kunnen worden gemaakt.

Vergroot afbeelding
Beeld: ©Grenzeloos Samenwerken / Grenzeloos Samenwerken
Afbeelding: sfeerimpressie van de bijeenkomst op 11 april 2025

Werken met het Canvas

Na deze uitleg gaan deelnemers in drie subgroepen aan de slag met eigen casuïstiek.

In de eerste ronde vraagt Wina de deelnemers om de casusinbrengers te helpen om de betrokkenen in kaart te brengen: welke personen van welke organisaties zijn dat en wat weten we van hen? Een gesprek van tien minuten hierover leverde al veel inzichten op. Bijvoorbeeld dat we vaak aannames doen, in plaats van betrokkenen rechtstreeks naar hun motieven te vragen. Dat individuele belangen en organisatiebelangen uiteen kunnen lopen. Dat sommige mensen warm worden van abstracte dromen en andere van concrete doelen. Ook het besef dat onder elk belang een behoefte ligt: welke behoefte is dat en hoe kan daarin worden voorzien? Wat maakt bijvoorbeeld dat iemand, die dreigt de stekker uit de samenwerking te trekken, die machtkaart speelt? En hoe belangrijk het is om een veilige, uitnodigende omgeving te creëren, waarin gebouwd kan worden aan relaties en vertrouwen kan groeien.      

In de tweede ronde geeft Wina elk subgroepje een verschillende vervolgopdracht mee. In een casus met veel betrokkenen vraagt ze om de impact die partijen sámen willen bereiken te verbeelden in een tekening. In een andere casus, waarin allerlei activiteiten tegelijkertijd plaatsvinden, vraagt ze de groep om focus aan te brengen door activiteiten te bundelen rondom deelresultaten en deze toe te wijzen aan verschillende subteams. De derde groep vraagt ze om na te denken over welke activiteiten zij met wie zouden willen uitvoeren in welke setting.    

Opnieuw ontstonden waardevolle inzichten. Iedereen hanteerde een andere metafoor, maar een aantal rode draden bleek de beelden te verbinden. Bij de groep betrokkenen zitten vaak belangenverenigingen, die zijn opgericht voor de behartiging van een specifiek belang. Door in een complexe wirwar focus aan te brengen, is het makkelijker om tot concrete resultaten te komen. Persoonlijk contact is veel krachtiger dan mailen of bellen. Er zijn al veel tafels waarop we elkaar ontmoeten, hoe kunnen we die benutten? En expliciet maken wie waarom aan tafel zit, helpt enorm.

Toepassing van het Canvas

Uit deze oefening wordt de brede toepasbaarheid van het Co-Design Canvas duidelijk. Het is bruikbaar als ontwerptool bij de start van de samenwerking, als evaluatiemiddel om de samenwerking in de tijd te volgen, als diagnose-instrument bij stagnatie van de samenwerking en om je richting opdrachtgevers te verantwoorden over de aanpak, de resultaten en de gerealiseerde impact.

Méér weten?