‘Veiligheid is meer dan bakstenen’
Theodor Kockelkoren is inspecteur-generaal bij het Staatstoezicht op de Mijnen en houdt toezicht op de versterking van de huizen in het aardbevingsgebied in Groningen.

“Ik heb met eigen ogen gezien hoe belangrijk erkenning en herstel is voor mensen die gedupeerd zijn door de overheid”, zegt Theodor. “Tegelijkertijd heb ik in Groningen ook gezien hoe groot het onvermogen, en misschien zelfs de onwil is, om gewoon met mensen te praten. Om daadwerkelijk naar Groningen te gaan, aan de keukentafel te zitten en te praten met mensen die meemaken wat daar gebeurt.”
Hoe komt het dat het onvermogen om met mensen in gesprek te gaan zo groot is?
“Er is een veel te groot geloof in de manier waarop we het systeem hebben ingericht. Begrijp me niet verkeerd, we hébben die structuren en processen ook nodig om grootschalig tot goede dienstverlening te komen. Maar in een persoonlijk gesprek merk je ineens hoe zo’n systeem soms uit kan pakken; de ethische dilemma's komen veel scherper op tafel te liggen. In verschillende onderzoeken is bijvoorbeeld geconstateerd dat gedupeerde Groningers een vergrote kans hebben op vroegtijdig overlijden. Mensen gaan letterlijk dood door het onvermogen de problemen op te lossen! Maar je vóelt die impact pas echt op het moment dat je daar gaat zitten en met mensen praat. Dat besef daalt nooit zo sterk in door alleen een rapport te lezen.”
Hoe hebben deze inzichten u geholpen in uw werk bij het Staatstoezicht op de Mijnen?
“Door de politiek en vanuit het departement werd SodM vooral gezien als technisch toezichthouder. En als je dat maar lang genoeg te horen krijgt, ga je je als organisatie ook zo gedragen. Maar de veiligheid van mensen schuilt in méér dan alleen bakstenen. We hebben ons dus los moeten maken uit een historisch patroon. Dat vraagt veel gesprekken en sessies.”
Hoe hebben jullie dat concreet vormgegeven?
“Nadat het belang van keukentafelgesprekken tot ons doordrong, dachten we: Dit moeten we voor alle onderwerpen doen. En het vermogen om met mensen in gesprek te gaan, zou eigenlijk bij iedereen in de ‘gereedschapskist’ moeten zitten, niet alleen bij de afdeling communicatie. We hebben er toen voor gezorgd dat binnen alle teams mensen met deze vaardigheden kwamen om het burgerperspectief op te halen. Het is onze ambitie dat dit perspectief steeds vanzelfsprekender wordt meegenomen in onze oordelen en ons handelen, als onderdeel van ons DNA.”
Een rechter zei tegen een gedupeerde: ‘Wilt u nou gerechtigheid of wilt u gelukkig worden?’ Hoe beluistert u zo’n opmerking?
“Hier zie je hoe belangrijk erkenning is. Natuurlijk is het van belang dat de fysieke schade wordt hersteld, maar als dat niet samengaat met erkenning, kom je er met elkaar toch niet goed uit. Overigens vraagt erkenning iets van beide partijen. Oók vanuit bewoners dat de overheid nooit helemaal perfect zal zijn. De overheid moet dat ook niet willen beloven. Als je daar eerlijk over bent, ontstaat er ruimte bij burgers om dat te accepteren en te zeggen: bij elkaar opgeteld, ben ik bereid om nu een stap verder te zetten. Dat is een belangrijke stap in de afronding van het drama dat hen is overkomen.”