Briewisseling serie 4: Dilemma's die deugen

Beste Merlijn, Martijn en Lisette,
 
Dank voor de uitnodiging een brief te schrijven en zo gehoor te geven aan mijn eigen oproep om waarderend te kijken naar wat er is, zonder de noodzaak voor verandering weg te nemen.

Beeld: ©Lisette de Waard / Grenzeloos Samenwerken
Anna Roozendaal

Natuurlijk kan ik jullie verrijken met positieve geluiden. Er zijn wat mij betreft zoveel voorbeelden te geven. Denk aan collega’s die vertellen over de gesprekken die zij voeren met ervaringsdeskundigen, focusgroepen en mensen op straat. Hoe zij zich laten raken en verrijken door contact te maken met mensen waarover ons beleid gaat of waarvoor ons beleid een potentiële oplossing is. Of ik denk aan alle collega’s die aandacht geven aan wat voor mensen belangrijk is door op werkbezoek te gaan of te luisteren bij klantcontactcentra of bezwaar- en beroepscommissies. En dan heb ik het nog niet eens over de discussies die gaande zijn over ons eigen gedrag in relatie tot de opgave buiten: we hebben het regelmatig over de gepastheid van een eindejaarsdiner omdat we ons realiseren dat een feestmaaltijd voor veel mensen er nu niet inzit, we zijn terughoudend in het vieren van successen omdat we ook weten dat er dingen nog niet goed gaan. Opgavegerichtwerken of werken vanuit de bedoeling is dus echt voelbaar in onze organisatie.
 
Tegelijkertijd zou je elk woord dat ik schrijf kritisch kunnen weerleggen. Voor elk goed voorbeeld wat ik geef, is vast ook een voorbeeld te bedenken dat aantoont dat het nog niet goed gaat. En ik denk dat het allebei waar is. Daarom vind ik het niet zinvol om bewijslast op te voeren om mijn eigen standpunt over hoe goed het gaat te bevestigen of anders kijkenden te overtuigen van mijn gelijk. Ik denk dat het zinvoller is om tijd te besteden aan vragen als: hoe goed ben ik in het werken vanuit de bedoeling, hoe doe ik dat in mijn werk en hoe stimuleer ik anderen om dit ook te doen? Weet je nog… de campagne van SIRE® Life Sciences: De maatschappij? Dat ben jij!
 
Het beantwoorden van die vragen leidt me elke keer weer naar het dilemma tussen waardering hebben voor wat er al is en de noodzaak tot verandering te blijven benadrukken. Maar wat nou als dat niet het goede dilemma is, en ik deze brief schrijf zonder de kern te raken? As je echt opgavegericht wilt werken en daar de verandering in wilt brengen, is het dan niet logischer om te vertrekken vanuit het goede en tegelijkertijd de verandering aan te kaarten? Misschien door je voortdurend af te vragen: het klopt wel wat ik doe, maar deugt het ook écht?
 
Hartelijke groet,

Anna