Op zoek naar de vinkjes voor topambtenaren

Antropoloog Erik-Jan van Dorp deed promotieonderzoek naar topambtelijk Vakmanschap. De Directie KIEM van BZK organiseerde een lunchlezing met Van Dorp. Hij deed bij topambtenaren onderzoek met als vraag: “Hoe word je als topambtenaar secretaris-generaal en als je dat bent geworden wat doe je dan?"

Zeven vinkjes
De zeven vinkjes waren voor Joris Luyendijk een manier om te omschrijven hoe vwo- en universitair geschoolde witte heteroseksuele mannen die minstens één hoogopgeleide en/of welgestelde ouder hebben en minstens één ouder hebben die in Nederland is geboren, niet gediscrimineerd kunnen worden. Het boek is geschreven voor de mensen die geprivilegieerd zijn, de mensen voor wie ongelijkheid en onderdrukking een ver van hun bed show zijn, de zeven-vinkjes mensen dus. En de keuze voor die insteek kon rekenen op veel kritiek vanuit de hoek van de niet geprivilegieerde mensen.

Partijpolitieke betrokkenheid helpt
Zijn er voor topambtenaren ook vinkjes te benoemen op basis waarvan hun benoeming tot secretaris-generaal plaatsvindt? De onderzoekspopulatie bestond uit alle topambtenaren die lid waren van de topmanagementgroep van de Algemene Bestuursdienst in de periode 2000-2020. Van de loopbanen van deze groep van 247 personen werd een database gemaakt waarop analyses konden worden uitgevoerd. Daarnaast werden er 22 interviews gehouden met secretarissen-generaal, ministers en andere topambtenaren. De uitkomsten laten zien dat er een aantal loopbaanervaringen zijn die de kans op een SG-benoeming significant vergroten. De eerste is partijpolitieke activiteiten binnen regeringspartijen (VVD, CDA, D66, PvdA, CU). Veel SG’s, maar niet allemaal, waren eerder burgemeester, Kamerlid of vervulden andere partijpolitieke functies. Een tweede bevinding is dat het gewerkt hebben op het Ministerie van Algemene Zaken en het Ministerie van Financiën ook iemands kansen vergrootten. Opvallend was dat het gepromoveerd zijn een licht negatief correlatie bleek te hebben met benoeming tot SG.

Rondjes Binnenhof
Vervolgens bekeek Van Dorp het werk van topambtenaren. Dat resulteerde in vijf observaties. (1) politiek ambtelijk schakelpunt: het onderscheid tussen politiek en ambtenarij bestaat alleen in het hoofd. De adviespositie van topambtenaren is moeilijk te garanderen, vanwege de ‘bontkraag politiek’ van de bestuurder, met de politiek assistent als sleutelpersoon. (2) snelheid: topambtenaren omschrijft Van Dorp als ‘marathonlopers rond het Binnenhof’ met de focus op de waan van de dag. (3) gevangen: topambtenaren willen de buitenwereld in, maar blijven toch binnen. het belangrijke legt het af tegen het urgente. De topambtenaar is auteur van zijn eigen script geworden met een moordende agenda.(4) politisering van werk en gedrag: handelen op basis van het argument: De minister wil het. Zelfpolitisering en plaatsvervangend denken. (5) bekeken: het publieke is openbaar geworden door de komst van de Wet openbaarheid van bestuur en de Wet open overheid.

Meer weten?
Het proefschrift van Erik-Jan van Dorp kan worden gedownload via de site Senior Civil Servants | Erik-Jan van Dorp