Hoe stelden Nederlandse topambtenaren zich op tijdens de Tweede Wereldoorlog? En kunnen we daar nu lessen uit trekken? Schrijver Stephan Steinmetz en filosoof Henk den Uijl bespraken dat op 4 september op uitnodiging van het Hannah Arendt Podium en de NSOB. Voor een zaal top- en gewone ambtenaren.
Beeld: © Stephan Steinmetz
Tien secretarissen-generaal blijven in mei 1940 in Den Haag achter, als koningshuis en ministers in een sfeer van paniek naar Engeland zijn vertrokken. In een ‘vlaag van helderheid,’ zo vertelt schrijver Stephan Steinmetz zijn publiek, besluiten de SG’s het dagelijks bestuur op zich te nemen. Hun enige instructie: blijf op je post, tenzij je meer schade aanricht dan goed doet.
Journalist en oud-ambtenaar Steinmetz deed onderzoek naar ‘de tien van Den Haag’ en schreef daarover een boek met die titel. Uit notulen, notities, memoires, dagboeken en naoorlogse verhoren heeft hij hun drijfveren gereconstrueerd. Met de kennis van toen dus. Zijn conclusie: topambtenaren zijn stap voor stap het moeras in getrokken.
Nuttig
Die eerste weken heerst bij de tien vooral opluchting, denkt Steinmetz. De Duitsers lijken zich te gedragen. Van Seyss Inquart krijgen de topambtenaren de garantie dat ze altijd mogen vertrekken in geval van gewetensbezwaren. En dus gaan ze aan het werk.
Er zijn wel verschillen. SG Tenkink van Justitie wil blijven zolang hij grip heeft op zijn organisatie. Als dat niet lukt, neemt hij ontslag. SG Hirschfeld van EZ wil zich nuttig maken – en dat kan alleen als hij op zijn post blijft, redeneert hij. Hij slaagt erin de voedselvoorziening in Nederland op peil te houden, dankzij een overschakeling van veeteelt naar akkerbouw.
Zo goed mogelijk
Je werk willen doen, je nuttig maken, chaos voorkomen. Dat lijkt voorop te staan. Natuurlijk zijn er morele dilemma’s. Ambtenaren moeten een ariërverklaring tekenen, Joodse ambtenaren worden ontslagen. Maar als de grondwet in de weg lijkt te staan, wordt de grondwet aangepast, niet de maatregel. De nadruk ligt op zo goed mogelijk uitvoeren wat onontkoombaar lijkt. Er worden nu en dan protestbrieven geschreven, maar liefst houden de topambtenaren zich ver van ‘de oorlog tussen Duitsers en Joden’.
Loyaliteit
Met de kennis van nu is het allemaal moeilijk voorstelbaar. Des te interessanter om naar de positie van huidige (top)ambtenaren te kijken: zien wij in onze woelige wereld wellicht iets over het hoofd? Hoe gaan wij om met plichtsbesef versus ongemak? Welke loyaliteit wint het bij ons?
Tegenstellingen
Na een reflectie-oefening waar de hele zaal aan meedoet, mag politiek filosoof Henk de Uijl reageren op wat er allemaal is gezegd deze middag. Hij begint met op te merken dat zowel samenleving als ambtenarij wel echt anders zijn dan 80 jaar geleden. Vervolgens wijst hij op een aantal tegenstellingen waar ook de ambtenaar van nu mee te maken krijgt.
- Het goede doen als die mogelijkheid er niet lijkt te zijn
Soms lijkt de goede keuze er niet tussen te zitten, zo stelde filosoof Martha Nussbaum al vast. Haar advies: houd in elk geval niet jezelf voor de gek. Iets dergelijks adviseert ook Hannah Arendt. Vraag jezelf af: blijf ik in deze functie om me nuttig te maken, of ben ik eigenlijk bang om mijn inkomen te verliezen? Zeg ik mijn baan op vanwege morele bezwaren, of is het me te spannend en ben ik laf? Beide antwoorden zijn mogelijk; wees in elk geval eerlijk tegen jezelf.
- Algemene idealen versus concrete situaties
De eerste klinken mooi, maar zijn niet altijd makkelijk toepasbaar in de praktijk. Dus moet je soms iets anders doen dan de grote lijn voorschrijft. Den Uijl: “Dat hoort ook bij je werk als ambtenaar. Jij vertaalt de wet naar concrete gevallen.” Daar komt creativiteit bij kijken, zo is het nu eenmaal. Natuurlijk moet een en ander wel coherent zijn.
- Passiviteit versus activiteit
En wat als je het gevoel bekruipt: ik doe het maar, want ik kan niet anders? Daar moet je voor uitkijken, zegt Den Uijl. Natuurlijk ben je als ambtenaar niet degene met macht. Maar je hebt altijd de mogelijkheid om in actie te komen. Oftewel: in principe volg je als ambtenaar je bewindspersoon, ook als het de derde in korte tijd is. Maar er is altijd ruimte; een ambtelijk advies, een extra onderzoek, een uitzondering desnoods
Geruststellen
Stephan Steinmetz vertelt, aan het slot van de bijeenkomst, nog hoe hij onlangs in gesprek ging met de huidige ambtelijke top. “Ik ga hen geen advies geven. Maar ik was wel benieuwd: hoe gaan ze om met de steeds wisselend ministersploeg, en met ambtenaren die protesteren? Ik vond het geruststellend dat ze onderling over zulke dingen praten, dat het onderwerp van gesprek is.”
Want dat wil hij nog wel meegeven: probeer het niet alleen te doen, houd het niet voor jezelf. “Zoek collega’s om samen op te trekken en je morele dilemma’s te toetsen.” En ook: “Toets aan rechtvaardigheid en niet alleen aan regels.”