Sinds dit voorjaar is Mare de Wit toekomstambassadeur bij de overheid. Eerder deed ze als kwartiermaker ‘Toekomst aan tafel’ onderzoek naar een aanpak om de toekomst structureel een plek te geven in het beleidsproces. Haar missie lijkt op die van Dialoog & Ethiek. We vroegen haar voor een tweegesprek met D&E-adviseur Winnie Hänschen.

Om te precies te zijn is Mare Toekomstambassadeur Water en Klimaatadaptatie bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, de Deltacommissaris en Rijkswaterstaat. Ze past daar haar eigen aanpak voor het eerst toe.

Waarom was er een aanpak nodig?

Mare: “In de watersector is er veel aandacht voor de toekomst, bijvoorbeeld als het gaat om scenario’s voor zeespiegelstijging. Maar in de besluitvorming zag ik het niet echt terug. Er miste een aanpak om onnodige afwenteling op de toekomst – het door- of afschuiven van problemen – te voorkomen. Die ben ik gaan ontwikkelen, zodat intergenerationele rechtvaardigheid een vaste plek zou krijgen. En let op, dat is iets anders dan toekomst-denken.”

Wat is het verschil?

Mare: “Intergenerationele rechtvaardigheid gaat om het evenredig verdelen van lusten en lasten over generaties, ook over de generaties die nog komen. Toekomst-denken gaat meer over onze wensen voor de toekomst. Het eerste is een begrip uit de ethiek, het tweede niet. Ik gebruik ook wel het begrip solidariteit: zijn we solidair met hen die na ons komen? Het zijn allemaal best complexe begrippen en niet makkelijk concreet te maken. Mij gaat het vooral om het voeren van een gesprek erover en dat een plek geven in de besluitvorming.”

Winnie: “Het is ook goed om te beseffen dat intergenerationele rechtvaardigheid niet in onze westerse cultuur is ingebakken. Daarom kost het ook moeite doen om het een plek te geven, het gaat niet vanzelf.”

Waarover gaat zo'n gesprek

Mare: “Het gaat vooral om uitzoomen. Je kan besluiten ergens een hoge dijk neer te leggen, maar je kan je ook afvragen of dat in het belang van toekomstige generaties is. Denk aan hoe de afsluitdijk ons veiligheid heeft gebracht, maar ook de biodiversiteit en de dynamiek van vissersgemeenschappen heeft aangetast. Voor we er daar meer van maken, moet je op z’n minst een afweging maken of we dit vanuit ons belang doen, of vanuit het belang van hen die na ons komen. Het uitgangspunt moet zijn: hoe hoop je dat Nederland er over tientallen, honderden jaren uit komt te zien?”

De waterwerken van Rijkswaterstaat zijn toch gemaakt om generaties mee te gaan?

Mare: “Ja, maar je moet wel oppassen als je kathedralen gaat bouwen; bouwwerken waar vele generaties aan mee moeten werken, terwijl er misschien geen behoefte meer aan is als ze af zijn. Denk aan de Sagrada Familia in Barcelona. We moeten toekomstige generaties niet opzadelen met onze idealen, maar ruimte inbouwen voor aanpassing en eigen, nieuwe inzichten.”

Hoe past dit alles bij de missie van Dialoog & Ethiek?

Winnie: “Het goede doen voor toekomstige generaties hoort ook bij ons werk natuurlijk. Het zou van iedereen moeten zijn, niet alleen van Mare. Dat is een uitdaging. Ik zie in mijn werk dat je mensen eerst bewust moet maken van de morele vragen die ze hebben. Dat ze ze hebben. Wat zal helpen is dat er wel een politieke wil is om problemen niet af te wentelen op toekomstige generaties. Dat stond onder andere in het hoofdlijnenakkoord van het kabinet Schoof.”

Mare: “Wat wil je nalaten voor (je) kinderen en kleinkinderen? Dat is een vraag die verbindt. Het is ook een leuke vraag om over na te denken. We werken aan morgen, maar wat vindt ‘morgen’ er eigenlijk van? Dat is een serieuze vraag, maar erover nadenken vinden mensen leuk. Het voelt niet als werk.”

Winnie: “Die intrinsieke motivatie is belangrijk. Ik merk ook dat mensen het fijn vinden om eens anders naar een onderwerp te kijken. Niet alleen: wat kost het en mag het binnen de wet. Maar ook: is het überhaupt een goed idee? Er gaat dan een ander luikje open, er gelden andere kaders. Als iets veel mensen geluk oplevert, en weinig mensen pijn, wil dat nog niet zeggen dat het een goed en rechtvaardig idee is.”

Jullie werken met een rollenspel, hoe werkt dat?

Mare: “Wij zetten de ambtenaren van nu tegenover de burgers van de toekomst. En dan gaat het over brede welvaart: gaat dat erop vooruit of achteruit, hoe wegen voor- en nadelen tegen elkaar op? Zien we dingen over het hoofd, zoals duur onderhoud op lange termijn? Je zal altijd iets afwentelen op toekomstige generaties, dat voorkom je niet. De vraag is of het acceptabel is, of je het kan uitleggen aan die burgers van de toekomst.”

Winnie: “Uiteindelijk wil je verschillende perspectieven introduceren. En de uitkomst staat centraal bij toekomstdenken. Het gaat over de gevolgen van ons handelen, meer dan om goede bedoelingen of een zorgvuldig proces. Het gaat om het doel dat je wil bereiken: intergenerationele rechtvaardigheid.”

Mare: “Het moet een maatschappelijk debat zijn. Bijvoorbeeld over de woonopgave: woningen bouwen in het IJmeer, wat levert het ons op, en wat kost het toekomstige generaties? Dat gesprek moet je breed voeren. Voor drie thema’s zijn we dat nu aan het organiseren: De herijking van het Deltaprogramma, het Nationaal Waterprogramma en NOVEX Noordzeekanaalgebied. Ook bij de Nota Ruimte willen ze ermee aan de slag. Mensen zijn nu enthousiast, maar het wordt spannend als we straks naar buiten gaan.”

Winnie: “Ik hoop echt dat je het helemaal kunt afmaken. Dat je politiek de wind mee hebt en er breed draagvlak ontstaat.”

Kunnen jullie elkaar helpen?

Mare: “Wat Dialoog en Ethiek heel goed kan is ruimte creëren. Jullie kunnen mensen wakker schudden op een subtiele manier. Niet platslaan met waarden, maar dingen zo zeggen dat er een vlammetje gaat branden.”

Winnie: “Onze gespreksleiders zijn daar inderdaad in getraind. Ik denk zeker dat we elkaar kunnen helpen. In het voeren van gesprekken over de toekomst, bijvoorbeeld. En zelf ben ik nu bezig met narratieve ethiek: verhalen als bron van ethische reflectie. Daar zie ik ook een link. Verhalen doen een beroep op je vermogen je in de ander te verplaatsen, en op je verbeeldingskracht. Dat is nodig als je het gaat hebben over de toekomst, en over toekomstige generaties en wat voor hen goed en rechtvaardig is.  Dan moet je wel fantaseren. Verbeeldingskracht is belangrijk.”