Interview Marjolein van Tunen: Welkom is het mooiste woord dat ik ken

Duidelijk, geïnteresseerd en open – zo leerde ik Marjolein van Tunen kennen als gespreksleider Dialoog & Ethiek. Ik was benieuwd wat haar drijft en wat ze heeft geleerd in haar gevarieerde loopbaan bij gemeenten, de politie en het rijk. Ze blijkt altijd al bezig te zijn geweest met de vraag wat in concrete situaties goed is om te doen. Wat haar daarbij helpt is dat ze van nature veel opvangt – wat gezegd wordt, maar ook wat onder de oppervlakte leeft.

“Als jurist werd ik geconfronteerd met de verhouding tussen regels en de werkelijkheid. Niet elke regel is rechtvaardig. Niet elk gedrag dat volgens de regels is toegestaan, is goed gedrag. Wat is in een bepaalde situatie goed? Door dit soort vragen ben ik mijn hele loopbaan met ethiek bezig. Dat begon in de spreekkamer Sociale Zaken van de gemeente Heemskerk, later bij de afdeling bezwaar en beroep in Hoorn, maar ook in mijn rol als beleidsmedewerker of leidinggevende bij de politie en bij ministeries.”

“Soms zit er iets tussen wat ik zie, hoor en voel en dan trek ik aan de bel. Maar zeker in mijn beginjaren kwamen mijn signalen niet altijd goed over, zeker niet als er hiërarchie in het spel was. In mijn eerste baan, bij de gemeente Heemskerk, deed ik het spreekuur voor sociale zaken. Ik merkte al snel dat het beleid vaak niet aansloot op de praktijk en dat meldde ik dan met de bedoeling het beleid aan te laten passen. Of een ander voorbeeld uit mijn tijd bij de politie: ik signaleerde dat er in een selectieprocedure voor de invulling van anderhalve functie alleen aan de vrouwelijke kandidaten werd gevraagd of ze ook in deeltijd zouden willen werken. Ik benoemde dat, heel feitelijk. En was toen verbaasd over de verbazing.”

Uitsluiting

“Rond mijn vijfendertigste ben ik bij de politie gaan werken op een staffunctie voor integriteit en juridische zaken. Ik kwam ‘van buiten’ zoals dat heette. Ik had geen blauwe broek aan gehad. Ik was een vrouw. En ik had een staffunctie. Door deze stapeling van factoren heb ik gevoeld wat uitsluiting is.” 

“Ik heb moeten leren doseren, iets meer conformeren, mij aanpassen aan de cultuur in plaats van vanuit de zijlijn commentaar geven. Gek hè. . . om dingen te bereiken moest ik wat loslaten en me meer aanpassen, om van binnenuit de verandering mogelijk te maken. Daar komt het eigenlijk op neer.”

“In integriteitszaken gaat het steeds over wat is fatsoenlijk is, hoe je omgaat met dilemma’s, hoe je weegt. Ik liep er vanuit mijn rol bijvoorbeeld tegenaan dat de cultuur toentertijd was om leidinggevenden minder zwaar te straffen dan medewerkers bij dezelfde ambtsovertreding. Ik heb bereikt dat het hebben van een leidinggevende functie werd meegenomen als strafverzwarende factor, omdat leidinggevenden ook een voorbeeldfunctie hebben.”

“Ik was in de politieregio waar ik werkte de eerste die een vrouw met hoofddoek aannam, gewoon omdat ze de beste was voor dit werk. Zo verwoordde ik dat ook aan de korpschef toen ik – naar verwachting – de volgende dag verantwoording moest afleggen. Dat was trouwens best goed, want daardoor konden we het omgaan met uitingen van geloofsovertuigingen ook bespreken in het managementteam.”

Spijt

“Ik kijk niet op alles met trots terug. Op het gebied van posttraumatische stress hadden we heel stringente kaders om te toetsen of de klachten waren veroorzaakt door het werk. Daar ben ik in meegegaan. ‘Toon maar aan dat er een causaal verband is’, zei ik dan. Terwijl ik veel meer had moeten kijken naar de persoon en had moeten redeneren vanuit goed werkgeverschap.  Ik heb hier nog steeds buikpijn van.”

“De Marjolein van nu zou het zich allemaal minder persoonlijk aantrekken. Gelukkig is heel veel veranderd sindsdien bij de politie. Er is echt ander leiderschap gekomen en vrouwen spelen daar een belangrijke rol in, zeg ik daar toch maar bij.

Ik werd een soort tolk/vertaler

”Bij de vorming van nationale politie in 2013 kreeg ik de nationale portefeuille zorg en veiligheid onder mijn hoede. Ik kon heerlijk pionieren en reisde het hele land door. Er was ruimte voor de identiteit van elke eenheid, en tegelijkertijd pakten we dingen gezamenlijk aan. Het ging bijvoorbeeld om de vraag hoe we samen met sociale en juridische partners het beste opereerden in wijken. De gezamenlijke lijn was om niet alleen te straffen maar heel goed te kijken wat er nodig is om iemands leven weer op de rit te krijgen.”

“Ik werd een soort tolk/vertaler tussen bestuur en praktijk.  Daar was behoefte aan omdat het in ons werk in de praktijk niet alleen ging om de regels volgen, maar ook om het kijken wat het goede is om te doen in elke situatie. In de praktijk lukt dat trouwens vaak goed. De knelpunten liggen eerder bij beleid en bestuur. Daar kon ik die rol van tolk/vertaler dus vooral innemen.”

Luiken en deuren open

“Tijdens een training bij het Sioo over oordeelsvrij onderzoeken gingen er allerlei luiken voor mij open. Wat zie je nou, hoe waardeer je dat? Later ben ik ook leiderschapscursussen gaan doen. Omdat ik diverser wilde leren denken heb ik op eigen kosten deelgenomen aan een leergang van Comenius over leiderschap en het Midden-Oosten. Nou, dat heb ik geweten: alles wat ik ooit dacht te weten werd ter discussie gesteld. Mijn westerse denkraam ging open. Ik leerde vanuit een ander perspectief naar het westen te kijken. Heel verwarrend, maar ook fantastisch. Deze ervaring maakt dat ik anders ben gaan kijken, voelen en denken. Mensen zien, in al hun verschillen, is een kernwaarde geworden in mijn werk, maar ook in mijn persoonlijke leven.

Marhaba, welkom

“Belangstelling voor andere culturen is mij met de paplepel ingegoten. Maar het meeste heb ik geleerd van mijn reizen. Ik reisde met een rugzak naar Sri Lanka, de Filippijnen, Egypte, Marokko. Je kunt dus ook anders naar de wereld kijken, leerde ik. En ik leerde ook dat je met gewone mensen altijd wel uit heikele onderwerpen komt. De meeste mensen zijn het met elkaar eens over hoe het leven eruit zou moeten zien.”

“In Marokko werd ik overal welkom geheten - marhaba zeiden ze overal, en daardoor vroeg ik me af: hoe heten wij mensen eigenlijk welkom? Is er echt ruimte voor diversiteit? Hoe gaan we om met extremisme en polarisatie? Integratie betekent dat je moet nadenken over wat het vraagt van jou om een ander zich welkom te laten voelen. Welkom is voor mij het mooiste woord wat er is.”

Onder het dekentje gaat het stinken

“Een patroon dat ik vaak zie in mijn werk is wegmoffelen. En vergoelijken. En de angst om afgerekend te worden. Ik merk dat zelf ook in mijn gebruik van sociale media. Ik heb een persoonlijk account, dat is van mij, daar heb ik geen toestemming voor nodig, maar er zijn allemaal ongeschreven regels waarmee we elkaar klein houden.”

“Dialoog is hard nodig, anders blijven er dingen onder het dekentje. Dan gaat het stinken. Daarom heb ik me aangesloten bij de Dialoogcampus SZW: een plek van waaruit gespreksleiders kunnen leren en werken. Zo ontmoette ik mensen die ook werk wilden maken van dialoog en ethiek. Ik ben de bootcamp van Dialoog & Ethiek gaan doen en heb oefengelegenheden met beide handen aangegrepen.”

“Bij SZW zijn we vanuit de Dialoogcampus inmiddels al enige tijd bezig met het bouwen aan de praktijk van ethische reflectie. We worden wel gezien, maar de concrete actie voor borging vanuit de ambtelijke leiding blijft nog achter. Dat vind ik jammer. Walk your talk denk ik dan. De Douane en de Belastingdienst geven een mooi voorbeeld van hoe het wel kan!”

Gespreksregels en talen

“Het mooie is dat ik de gespreksvaardigheden die ik heb opgedaan bij Dialoog & Ethiek volop kan toepassen in mijn ‘gewone’ werk. Het afgelopen jaar was ik gedetacheerd als programmamanager van het Stagepact MBO. Wat ik aantrof waren zestien belangenverenigingen die vooral druk waren met stelling nemen over elkaar. Als voorzitter heb ik benoemd dat we zo niet verder zouden komen. En ik ben elke vergadering begonnen met ethische gespreksregels. ‘Eerst begrijpen dan begrepen worden’, ‘wees nieuwsgierig’, ‘stel vragen’, ‘wees beknopt’, ‘houd het bij jezelf’, ‘luister’. Dat soort dingen. We hebben dankbaar gebruik gemaakt van facilitators van het ministerie van OCW, de ‘Tigers’. En we hebben via de weg van deep democracy gereflecteerd en geleerd hoe we het anders konden doen. Langzamerhand ontstond er een lerende gemeenschap, in plaats van een opeenvolging van stellingnames. Het vergde veel van mensen om uit hun positie te komen en te gaan bijdragen aan die community. Het is heel moedig dat ze dat hebben gedaan.”

“Tijdens een workshop bij Wijs naar de Wet’, het laatste congres van Dialoog & Ethiek, kreeg ik het inzicht dat ik dat mooie leerproces in het Stagepact had proberen te vangen in ‘blauwe’ managerstaal. Maar dat deed helemaal geen recht deed aan dat proces. Dat heeft me geleerd dat we in ons werk als ambtenaar meerdere talen moeten kunnen spreken: de taal van beleid en bestuur, de taal van de praktijk en de taal die met elkaar wordt ontwikkeld in lerende netwerken.”

Over moed gesproken

“Door de jaren heen heb ik geleerd dat het in mijn werk niet zozeer gaat om het aanspreken van een ander, maar om het trouw blijven aan mezelf. Ik heb geleerd mijn gevoel serieus te nemen. Door daarop te reflecteren kan ik rustig en feitelijk benoemen wat er aan de hand is, zonder mee te gaan in sociale druk, terwijl in contact blijf met een ander.”

“Wat wij in de community Dialoog & Ethiek ontwikkelen heeft de rijksdienst echt nodig. Het spannende daarbij vind ik dat we als gespreksleider ons eigen instrument zijn. Misschien ben ik wel bang om daardoor aanmatigend te worden. Wat moed van mij vraagt, is misschien wel het erkennen dat dat wat ik meebreng belangrijk is. Dat ik ook een verhaal heb. Terwijl het tegelijkertijd helemaal niet om mij gaat.”

Marjolein wordt vanaf 1 juni gedetacheerd bij de stichting Intermin en blijft vanuit die rol ook verbonden met de Dialoogcampus van SZW en het programma Dialoog & Ethiek. Zij staat te popelen om dialoog en ethiek verder te borgen in de bedrijfsprocessen van de rijksdienst.

Door Caroline Wiedenhof