Perspectieven benoemen, reflecties op het Israël/Gazabeleid

In ethische gesprekken komen dingen aan het licht die tot dan toe vaak onbenoemd waren. Door over heikele thema's in gesprek te gaan worden meerdere perspectieven zichtbaar. Er wordt een wereld zichtbaar tussen voor of tegen, tussen zus of zo handelen. En terwijl de werkelijkheid voller, complexer wordt, wordt stapje voor stapje duidelijker wat werkelijk van waarde is. Schrijven is vaak ook een onderdeel van die gesprekken. Omdat schrijven je dwingt preciezer te zijn, woorden te vinden. En omdat het delen van wat je hebt geschreven je nog een keer leidt naar wat belangrijk is, voor jezelf en voor anderen.

Onderstaande reflectie c.q. hartenkreet is geschreven door een medewerker van het ministerie van Buitenlandse Zaken die jarenlang werkzaam was bij de directie Midden-Oosten en Noord-Afrika. Hij voerde vele gesprekken erover, als deelnemer en als begeleider. Deels reflecteert de tekst zijn persoonlijke worsteling, deels is het een oproep om duidelijker te benoemen wat er op het spel staat en daar gevolgen aan te verbinden.

Laten we benoemen

Als medewerker van het ministerie van Buitenlandse Zaken was ik verschillende keren in Gaza. Ik sprak er met jonge mensen die dankzij door Nederland gefinancierde projecten weer een toekomst voor zich zagen. Ik herinner me een architect die depressief thuis had gezeten en nu weer zin in het leven had, zijn familie een beter bestaan kon geven. Een boer die zijn oogst zag groeien en extra mensen in dienst nam. Ondernemers die voor het eerst exporteerden omdat door Nederland geleverde scanners en diplomatie dat mogelijk maakten. Vrouwen die voorlichting gaven over huiselijk geweld. Mensen zoals jij en ik. Ik geef toe, het waren kleine veranderingen die we binnen het systeem van bezetting mogelijk maakten, maar het deed ertoe, het maakte verschil voor mensen.

Soms vraag ik me af hoe het met ze is, of ze nog leven, hoe zij nu naar de toekomst kijken. En minder belangrijk, maar toch, wat al deze Nederlandse investeringen waard zijn geweest.

Ik sluit mijn ogen en verbeeld mijn eigen kinderen, dakloos en angstig in Gaza, als gegijzelde in handen van Hamas, als soldaat in oorlogsgebied, en even voelt het heel dichtbij, kruipt de angst omhoog, grijpt me bij de keel.

Ik denk na over het Nederlandse beleid en heb geen eenvoudige antwoorden op de vragen die ik mezelf stel.

Ik besef dat er talloze perspectieven zijn om naar het conflict te kijken. Dit is hoe het voor mij is.

Ik voel me loyaal jegens mijn collega’s in Den Haag, Ramallah en Tel Aviv die met het conflict bezig zijn. Ik weet hoe betrokken zij zijn, en hoe zij met kennis van zaken adviseren. Ik begrijp de positie van de minister, die te maken heeft met het krachtenveld in de coalitie, de Tweede Kamer, de Europese Unie, de relatie met Israël en de Palestijnen, en de VS.

Ik begrijp hoe het werkt binnen Buitenlandse Zaken waar we als ambtenaren adviseren en de minister beslist.

Hoe de democratie werkt met een Tweede Kamer die de minister ter verantwoording kan roepen en in meerderheid het huidige beleid steunt.

Hoe de rechtstaat werkt waar burgers en niet-overheid-organisaties de rechter kunnen vragen om een oordeel te geven over het beleid van de regering.

Hoe de EU functioneert met besluitvorming op basis van consensus waardoor er nauwelijks ruimte is om iets anders te doen dan we nu doen.

Hoe het internationale speelveld eruit ziet, met landen in de regio die hun eigen belangen voorop zetten, de oorlog in Oekraïne die voor onze veiligheid en welvaart zwaarder weegt dan Gaza, de VS die onder Biden geen geloofwaardige druk op Israël hebben gezet om de oorlog te eindigen, en met Trump als president de regering Netanyahu de vrije hand geven, megalomane plannen voor Gaza propageren en niet zullen accepteren dat andere landen serieuze maatregelen tegen Israël treffen

Hoe complex de wereld is; er is altijd sprake van dilemma’s, veel hangt met elkaar samen, binnenlandse en internationale belangen worden tegen elkaar afgewogen, sommige landen hebben veel invloed, andere minder. Het is van alle tijden. Ik vertel niets nieuws

En ik begrijp hoe we met taal kunnen neutraliseren en verhullen. We zeggen hoe het is, maar tegelijkertijd doen we dat ook niet. Dat is ook hoe het werkt

Hoe verfrissend zou het zijn om een gesprek te voeren zonder direct te oordelen. Om door te vragen, te luisteren, gezamenlijk te onderzoeken wat nodig is. Om te accepteren dat het moet schuren om nieuwe inzichten op te doen en voorbij het bekende te kunnen stappen. Om uit te spreken dat keuzes een prijs hebben. En die kosten te accepteren. Dat vraagt om heldere taal. Dat vraagt om te benoemen waar het om gaat, wat er op het spel staat.

Laten we benoemen dat we niet elk conflict gelijk behandelen, dat we niet met twee maten meten in de internationale politiek, maar met drie, vier of hoeveel ook, en dat dit is hoe het werkt en hoe het altijd gewerkt heeft.

Laten we benoemen dat Hamas ruim duizend Israëliërs heeft gedood en honderden gegijzeld, en voor lief neemt dat de Palestijnse bevolking in Gaza zwaar te lijden heeft onder de oorlog.

Laten we benoemen dat Israël het recht heeft om zich te verdedigen tegen terroristische organisaties die het land aanvallen waarbij het zich dient te houden aan internationaal humanitair oorlogsrecht, ook als de tegenstander dat niet doet.

Laten we benoemen dat we kijken vanuit een wereldbeeld waarin de veiligheid van de een zwaarder weegt dan die van de ander. Dat het ene leven meer telt dan het andere.

Laten we benoemen dat er duizenden onschuldige burgers, waaronder journalisten, artsen, onderwijzers, hulpverleners en kinderen in Gaza zijn gedood door dit geweld en dat dit niet proportioneel is.

Laten we benoemen dat Israëlische soldaten zelf getuigen over kill zones in Gaza en hun opdracht om te doden en vernietigen ongeacht mogelijke burgerslachtoffers.

Laten we benoemen dat er ook op de Westbank buitensporig geweld plaatsvindt tegen Palestijnen, dat duizenden zonder aanklacht worden vastgehouden in administratieve detentie, en dat hierover geen verantwoording wordt afgelegd.

Laten we benoemen dat het geen zin heeft om daar zorgen over uit te spreken zonder er acties aan te verbinden.

Laten we benoemen dat steeds meer gerenommeerde organisaties en experts spreken van etnische zuivering en mogelijke genocide in Gaza.

Laten we benoemen dat deze woorden zo groot en ernstig zijn dat we absolute zekerheid willen hebben alvorens we hierin mee willen gaan.

Laten we benoemen dat onze zorgvuldigheid ertoe leidt dat we pas achteraf kunnen vastellen welke kwalificatie er aan het geweld wordt gegeven en onszelf de vraag stellen of het dan niet te laat is.

Laten we benoemen dat het onwaarschijnlijk is dat rekenschap wordt afgelegd door degenen die verantwoordelijk zijn.

Laten we benoemen dat de Israëlische regering en Knesset het bestaansrecht van een Palestijnse staat verwerpen.

Laten we benoemen dat de bezetting van de Palestijnse Gebieden al bijna zestig jaar de status quo is en dat alle VN-resoluties, EU-conclusies en uitspraken van het Internationaal Gerechtshof niet hebben verhinderd dat de situatie voor de Palestijnen verslechtert.

Laten we benoemen dat we deze situatie al die tijd gedogen en dat de tweestatenoplossing een lege mantra is, zolang wij niet bereid zijn om gevolgen te verbinden aan onrechtmatige bezetting, rassenscheiding en ongelijke rechten.

Laten we benoemen dat Israëliërs en Palestijnen mensen zijn zoals jij en ik, met dezelfde behoeften en verlangens.

Laten we benoemen dat slachtoffers daders kunnen worden en andersom.

Laten we benoemen dat bezetters niet vrij zijn zolang zij onderdrukken. Dat het doden van een ander ook iets in jezelf doodt.

Laten we benoemen dat er alleen maar verliezers zijn. En dat ook wij een prijs betalen, ongeacht de richting die we kiezen. Laten we daarbij stil staan en de vraag stellen wat voor ons werkelijk van waarde is, en ons daardoor laten leiden.

Door Dave van den Nieuwenhof