Morele vragen bij de overheid

Ethisch vermogen is een belangrijke competentie in het brede palet van ambtelijke vermogens  (zie ook: Gids Ambtelijk Vakmanschap). Ambtenaren moeten rechtmatig handelen volgens de geldende wetten en regels én binnen de bevoegdheid van de rechtsstaat, maar de uitkomst van dat handelen moet ook rechtvaardig zijn.

Daarom hebben ambtenaren oog voor de (maatschappelijke) gevolgen van hun handelen en maken ze gebruik van de ruimte die wetten en regels bieden. Juist dat doet een appél op het ethisch vermogen van individuele ambtenaren en van overheidsorganisaties. Dat betekent dat ambtenaren leren methodisch te reflecteren op ethische vraagstukken en dat ambtenaren en organisaties handelen op basis van de uitkomsten daarvan. Consequenties die verbonden zijn aan de keuzes die voorkomen uit die zorgvuldige afweging worden geaccepteerd, geëxpliciteerd en er wordt verantwoording voor genomen.

Definities

Drie kernzaken

Voor ons programma Dialoog & Ethiek draait het de komende jaren in de kern om drie zaken 

  1. Wat speelt er bij de Rijksoverheid?
  2. Hoe worden ambtenaren geacht hun ethisch vermogen in te zetten?
  3. Welke interventies werken om het ethisch vermogen van de Rijksoverheid te versterken?